Een scoliose kan structureel of niet- structureel zijn. De oorzaken van een niet- structurele scoliose, ook wel een houdingsscoliose genoemd, kunnen zijn:

  • Het aanwezig zijn van een beenlengteverschil
  • Het hebben van pijn in het lichaam
  • Het hebben van een voorkeurshouding

De niet-structurele scoliose is corrigeerbaar met bijvoorbeeld oefentherapie Cesar/ Mensendieck.

De oorzaken van een structurele scoliose kunnen zijn:

  • Aangeboren ( congenitaal)
  • Zonder bekende oorzaak( idiopatisch)
  • Spier- en/ of zenuwaandoening( neuromusculair)
  • Slijtage (degeneratief)


Behandeling

De oefentherapeut maakt de client bewust van zijn eventueel voorkeurshouding en zijn bewegingen. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van spiegels.

Bij jongeren is de oefentherapie in eerste plaats gericht op het zoveel mogelijk corrigeren van de kromming, of het tot stilstand brengen. Jongeren hoeven geen klachten te ondervinden van de scoliose. In de loop van de jaren kunnen er bij het ouder worden wel klachten ontstaan. Het behandelen in een vroeg stadium is belangrijk om klachten in de toekomst te voorkomen. Er worden spierversterkende en spierontspannende oefeningen gegeven. Tevens is er aandacht voor de ademhaling. Bij volwassenen ligt de aandacht op vermindering van klachten en het verbeteren van houding en ademhaling. Ook wordt er informatie gegeven betreffende bijvoorbeeld de werkplek en specifieke dagelijkse handelingen. De oefentherapeut heeft zo nodig contact met de jeugdverpleegkundige, JGZ, en is op de hoogte van de richtlijn JGZ: houding en bewegen. Daarnaast heeft de oefentherapeut contact met de orthopeed, indien de client daar onder behandeling is. Dit zien we als er bijvoorbeeld tijdelijk een brace gedragen wordt.